Nederland heeft 700 miljoen euro over voor EK-titel

De Nederlander heeft gemiddeld 51 euro per persoon over voor de EK-titel voor Oranje: 700 miljoen euro in totaal. Gepassioneerde Nederlandse voetbalfans zijn bereid zelfs een stuk dieper in de buidel te tasten (222 euro). Dat de Italianen, met maar liefst 528 euro per persoon, het meeste over hebben voor de titel zal ook met voetbalpassie te maken hebben. Ruim een kwart (26%) van de Nederlanders speelt deze zomer mee in één of meerdere voetbalpools; bijvoorbeeld met vrienden, kennissen of collega’s op het werk. Gemiddeld zetten zij zestien euro per persoon in op het spel, 60 miljoen euro in totaal. Tijdens het komende EK denkt één op de elf (9%) Nederlanders meer uit te gaan geven, 3% verwacht de hand meer op de knip te houden. De verwachting is dat Nederlanders gezamenlijk gemiddeld ruim 45 miljoen uit gaan geven aan Oranje artikelen. Dit blijkt uit EKnomie2021, het terugkerende internationale onderzoek van ING naar de waarde van voetbal.

Nederlanders hebben gemiddeld 51 euro per persoon over voor een EK-titel voor Nederland. In totaal vertegenwoordigt de titel daarmee een waarde van 700 miljoen euro. Deze EK-titel is voor de Nederlanders een stuk meer waard dan de vorige keer dat Oranje zich plaatste voor een eindronde. Bij het WK van 2014 hadden wij namelijk gemiddeld nog 39 euro over voor de eindzege. Marten van Garderen, econoom van het ING Economisch Bureau: “Wij hebben dit toernooi meer over voor de titel dan de vorige keer. We hebben dan ook twee eindtoernooien aan ons voorbij moeten laten gaan en zijn in de tussentijd, ondanks de coronacrisis, er in koopkracht op vooruitgegaan.”

Ons titeloffer kunnen we in context plaatsen door het te vergelijken met wat inwoners van andere deelnemende landen voor dezelfde titel over hebben.

De top 3 van landen die het meeste overhebben voor de EK-titel:

1. Italië             (gemiddeld 528 euro pp)

2. Zweden        (gemiddeld 266 euro pp)

3. Spanje          (gemiddeld 245 euro pp)

In deze internationale context pakt het ‘Oranje-offer’ dus relatief bescheiden uit (plaats 12). Dat voorzichtige beeld zien wij ook terug als wij kijken naar de inzet van de voetbalpool.

Ruim een kwart (26%) van de Nederlanders speelt deze zomer mee in één of meerdere voetbalpools; bijvoorbeeld met vrienden, kennissen of collega’s op het werk. Zij zetten gemiddeld zestien euro per persoon in. Dat betekent dat er in de Nederlandse voetbalpools in totaal ruim 60 miljoen euro op het spel staat. Mannen (33%) spelen vaker mee dan vrouwen (20%) en dat is niet het enige verschil. Mannen zetten gemiddeld ook twee keer zoveel in: 20 euro tegenover 10 euro. Vrijwel alle deelnemers aan een voetbalpool geven aan vooral voor de lol mee te doen. Wat mogelijk ook de – in vergelijking met andere landen – bescheiden hoogte van onze gemiddelde poolinzet verklaart.

Tijdens het komende EK denkt een op de elf (9%) meer uit te gaan geven, 3% verwacht de hand meer op de knip te houden. De verwachting is dat Nederlanders gezamenlijk gemiddeld ruim 45 miljoen uit aan Oranje artikelen gaan uitgeven. Dit jaar zullen we noodgedwongen de wedstrijden van Oranje veelal thuis op de buis kijken. Daardoor kunnen de uitgaven aan fan-artikelen die wij anders bijvoorbeeld in de kroeg zouden gebruiken, ook vrij bescheiden uitpakken.

Meer thuiskijken in plaats van buitenshuis betekent ook dat de cafés hun gebruikelijke impuls van een eindtoernooi (grotendeels) zullen moeten missen. Niet alleen voor cafés ziet deze voetbalzomer er anders uit, ook elektronicazaken hebben naar verwachting minder extra omzet dan normaal. Dat komt mede omdat zij vanwege de verschillende lockdowns vorig jaar al extra omzet hebben gedraaid.

Voor de omzet van de supermarkten lijkt extra thuiskijkers daarentegen gunstig.“Als honderdduizenden voetbalfans niet in de cafés of op pleinen met grote schermen terecht kunnen, maar noodgedwongen thuis gaan kijken, zullen nog meer hapjes en drankjes in de supermarkt worden gekocht. Dan kan dat per wedstrijd nog eens enkele miljoenen extra omzet in het supermarktlaatje brengen,” aldus Van Garderen. “Bovenop de extra omzet van zo’n 10 miljoen euro per wedstrijd, die een regulier eindtoernooi nomaliter oplevert.”

Niet alleen in de (digitale) winkelstraat of in de horeca kunnen we in deze maand juni merken dat het EK voetbal gespeeld wordt. Ook op de (virtuele) werkvloer laat het toernooi mogelijk zijn sporen na. Per saldo verwacht 14% van de werkenden dat de productiviteit van hun collega’s wel wat te lijden heeft onder het EK. Als Oranje wint merken we dit vermoedelijk meteen de dag erna ook op de (virtuele) werkvloer. Een op de twaalf werkenden (8%), die normaalgesproken op maandag werkt, zegt  dan vrij te nemen of later op het werk te verschijnen.

Van Garderen: "Wij hebben dit toernooi meer over voor de titel dan de vorige keer. We hebben dan ook twee eindtoernooien aan ons voorbij moeten laten gaan en zijn in de tussentijd, ondanks de coronacrisis, er in koopkracht op vooruitgegaan.” 

Voor de omzet van de supermarkten lijkt extra thuiskijkers daarentegen gunstig.“Als honderdduizenden voetbalfans niet in de cafés of op pleinen met grote schermen terecht kunnen, maar noodgedwongen thuis gaan kijken, zullen nog meer hapjes en drankjes in de supermarkt worden gekocht. Dan kan dat per wedstrijd nog eens enkele miljoenen extra omzet in het supermarktlaatje brengen. Bovenop de extra omzet van zo’n 10 miljoen euro per wedstrijd, die een regulier eindtoernooi nomaliter oplevert,” aldus econoom Van Garderen.

Dit onderzoek naar de houding en het gedrag van consumenten ten aanzien van voetbal in deelnemende landen aan het Europees kampioenschap is uitgevoerd door KANTAR in opdracht van ING in april 2021. In Nederland is online onderzoek gedaan onder 1002 respondenten die representatief zijn voor de bevolking op basis van leeftijd, geslacht en inkomen. In alle andere landen zijn minimaal 500 respondenten online ondervraagd die een representatieve afspiegeling vormen van de internetbevolking naar leeftijd en geslacht.