Huizenbezitters en starters op de woningmarkt zijn zich in toenemende mate bewust van de omgevingsrisico’s van een woning, zo blijkt uit het ING Woonbericht. Men staat het meest stil bij de risico’s van extreme regen, vervuiling en overstromende rivieren – die een steeds grotere rol gaan spelen in de toekomst, zo verwachten zij. Voor de eigen woning maken ze zich de meeste zorgen om extreme storm en regen. Woningzoekenden maken zich meer zorgen over omgevingsrisico’s dan huizenbezitters zonder verhuisplannen. De helft van de starters op de woningmarkt laat gebieden met een hoog omgevingsrisico links liggen in hun zoektocht. De inschatting van verschillende risico’s verschilt per regio. In het oosten en het zuiden van Nederland is er meer bewustzijn over het overstromingsgevaar van de rivieren. Het vertrouwen in de woningmarkt is iets gedaald maar is nog steeds positief, de Woonindex daalde van 115 naar 107.
Omgevingsrisico’s in de huizenmarkt zijn bijvoorbeeld aardbevingen, verzakkingen of vervuiling – maar ook klimaatrisico’s zoals extreme hitte, regen of overstromingsgevaar. Water wordt in Nederland gezien als een significant risico. Maar liefst 82% van de ondervraagden verwacht dat extreme regen in de toekomst een steeds grotere rol gaat spelen. Daarnaast zien ze een steeds groter gevaar voor overstroming vanuit de rivieren (80%) en vervuiling (78%). Gedachten over omgevingsrisico’s verschillen per regio. Zo is het bewustzijn van overstromingsgevaar in het oosten en zuiden van Nederland groot. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag verwacht men vaker dat overstromingen vanuit de zee een risico vormen dan in andere delen van het land. In het noorden van Nederland zijn de zorgen over aardbevingen veel groter. Opvallend genoeg is men meer bekend met het overstromingsgevaar vanuit de rivieren (79%) dan vanuit de zee (64%).
Wim Flikweert, Manager Wonen bij ING: "Met een veranderend klimaat en extremer weer nemen ook de risico’s voor de huizenmarkt toe. Dit zagen we vorige zomer met de tragische overstromingen in Limburg, maar ook met de stormen die in februari over ons land trokken. Het is goed om te zien dat steeds meer mensen zich van deze risico’s bewust zijn. Op individueel niveau biedt dit kansen, denk bijvoorbeeld aan het aanbrengen van verbeteringen aan de fundering of het dak, maar ook aan het verbeteren van de afwatering door meer groen in de tuin aan te brengen. Dit kan een huis duurzamer, maar ook waardevoller maken en het woongenot vergroten.”
Het is goed om te zien dat steeds meer mensen zich van deze risico’s bewust zijn. Op individueel niveau biedt dit kansen, denk bijvoorbeeld aan het aanbrengen van verbeteringen aan de fundering of het dak, maar ook aan het verbeteren van de afwatering door meer groen in de tuin aan te brengen. Dit kan een huis duurzamer, maar ook waardevoller maken en het woongenot vergroten.Wim Flikweert, Manager Wonen bij ING
Flikweert vervolgt: “Wij zien bij dit onderwerp een belangrijke rol weggelegd voor de overheid, maar ook voor de branche. De informatievoorziening kan bijvoorbeeld beter door het taxatierapport – waarin waardevolle informatie staat over omgevingsrisico’s – nog vóór aankoop van een huis verplicht beschikbaar te maken. Op dit moment is dat pas ná aankoop. Daarnaast kan een scan van de omgevingsrisico’s van toegevoegde waarde zijn en de samenleving op termijn veel geld schelen.”
Doorstromers en starters op de woningmarkt maken zich meer zorgen over omgevingsrisico’s dan huizenbezitters die niet van plan zijn om te verhuizen. De invloed op de waardevastheid en verkoopbaarheid van een huis is hierbij belangrijk. Meer dan de helft van de woningzoekenden zegt voorafgaand aan de koop onderzoek naar de omgevingsrisico’s van een woning te willen doen (53%). Men geeft in het onderzoek aan een bouwkundig expert de staat van het huis laten controleren, en kopen pas wanneer de uitkomst acceptabel is. “In de praktijk zien we dat echter nauwelijks voorkomen omdat mensen die luxe niet hebben in deze krappe woningmarkt”, aldus Wim Flikweert. De meeste starters (55%) en doorstromers (60%) vinden dat een omgevingsscan standaard beschikbaar moet zijn voordat je een woning koopt. Iets minder dan de helft van alle respondenten is bereid om hier extra voor te betalen. De meeste ondervraagden hebben hier tussen de 100 en 300 euro voor over. De helft van de starters op de woningmarkt zegt zich bewust niet te oriënteren op gebieden met een hoog omgevingsrisico. Ook opvallend is dat, ondanks de schaarste, 38% van alle respondenten liever iets minder huizen gebouwd ziet worden, dan dat nieuwe huizen in risicovolle gebieden terechtkomen.
Twee derde van de koopwoningbezitters zonder verhuisplannen verwacht niet dat de omgevingsrisico’s gevolgen zullen hebben voor hun huis (64%). Doorstromers zijn daar minder zeker van. Zij verwachten dat hun huis minder waardevast wordt, dat de verkoopbaarheid verslechtert en dat ze minder comfortabel zullen wonen in hun huis. Ongeveer de helft van de koopwoningbezitters zou hun huidige woning niet opnieuw kopen als ze van tevoren hadden geweten dat de woning in een omgeving met hoge risico’s staat. Zij die de woning wél opnieuw zouden kopen, zouden bijna allemaal wel rekening houden met deze risico’s bij het bepalen van de hoogte van het bod.
De woonindex peilt het vertrouwen in de woningmarkt aan de hand van vijf indicatoren: de hypotheekrente, het aantal huizen dat verkocht wordt, de huizenprijzen, de eigen financiële situatie en de algemene economie in Nederland. Ten opzichte van de voorgaande kwartalen zakt het vertrouwen in de woningmarkt iets, van 115 eind 2021 naar 107 in het eerste kwartaal van 2022. Opvallend is dat alle indicatoren dit kwartaal iets dalen. Grootste zorgen heeft men over het aantal beschikbare huizen, de eigen financiële situatie en de hypotheekrente. De peiling is gedaan voor het uitbreken van de oorlog in Oekraïne.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van ING door DVJ Insights onder huurders en thuiswonenden die van plan zijn in de komende 2 jaar een koopwoning te kopen (starters) en onder eigenaren van een koopwoning. In totaal zijn in het eerste kwartaal van 2022 1061 personen ondervraagd, waarvan 797 koopwoningbezitters en 264 huurders en thuiswonenden die van plan zijn in de komende 2 jaar een koopwoning te kopen. Het vertrouwen in de woningmarkt wordt berekend op basis van onderliggende vragen met betrekking tot de verwachtingen ten aanzien van de hypotheekrente, het aantal huizen dat verkocht wordt, de huizenprijzen en de eigen financiële situatie plus een vraag over de algemene economie in Nederland. Het onderzoek vond plaats in de periode tussen 3 februari tot 17 februari 2021.
Contactgegevens
-
- Daan Heijbroek
-
Hypotheken
ING Research (Economisch Bureau) Algemeen
Sparen
Pensioenen & Verzekeringen
Privacy - daan.heijbroek@ing.com
Kopieer link
https://nieuws.ing.nl/nl-NL/211798-ing-woonbericht-omgevingsrisico-s-gaan-een-grotere-rol-spelen-op-de-woningmarktGerelateerde onderwerpen
Gerelateerde berichten
ING Woonbericht: vertrouwen in de woningmarkt zit in de lift
De woonindex is voor het eerst sinds twee jaar het neutrale punt van 100 voorbij en staat nu op 104. Zowel bij koopwoningbezitters als starters is het vertrouwen toegenomen ten opzichte van het eer...
ING Woonbericht: toename draagvlak voor kamerverhuur
Steeds meer mensen vinden kamerverhuur een goed idee om de krapte op de woningmarkt tegen te gaan. Ook de bereidheid om een kamer of etage in het eigen huis te verhuren neemt sterk toe, zo blijkt u...
ING Woonbericht: Groen energielabel grote meerwaarde voor woning
Een woning met groen energielabel is voor velen meer geld waard dan een woning zonder, voor sommigen zelfs meer dan 10%, zo blijkt uit het ING Woonbericht.
ING biedt bij aankoop huis vooraf inzicht in omgevingsrisico’s
Vanaf vandaag kan iedereen bij ING een Woningcheck opvragen, een rapport dat inzicht geeft in een aantal belangrijke omgevingsfactoren en toekomstige risico’s zoals overstromingsrisico en de staat ...
ING Woonbericht: Nieuwbouw aantrekkelijke optie, maar minder dan voorheen
Nieuwbouw is voor velen een aantrekkelijke keuze, toch neemt de aantrekkingskracht af, zo blijkt uit het ING Woonbericht