Nederlanders na vijf jaar thuiswerken: andere woonwensen en prioriteiten

In de afgelopen vijf jaar waarin Nederlanders massaal thuiswerken, zijn onze woonwensen en prioriteiten sterk veranderd. Comfort en een thuisgevoel zijn belangrijker geworden. Zo hecht 73% nu meer waarde aan wooncomfort en 61% aan hun woning zelf. Tegelijkertijd voelt voor 24% de woning door het thuiswerken meer als werkplek dan als thuis en voelen zij zich er juist minder prettig. Zo blijkt uit het ING Woonbericht. De Woonindex daalt dit kwartaal licht van 109 naar 106, maar blijft positief.

Ondanks de lichte daling van de woonindex houdt het vertrouwen in de woningmarkt aan. Opvallender is de scherpe daling in hoe de ondervraagden de economische situatie beoordelen: van 84 naar 77. Deze terugval is zichtbaar in alle groepen. Wim Flikweert, manager Wonen bij ING in Nederland: “Het tumult op de financiële markten rond de Amerikaanse importtarieven, dat speelde tijdens de onderzoeksperiode, heeft hier naar verwachting ook een rol gespeeld.” Wat verder in het onderzoek opvalt, is dat starters dit kwartaal juist iets positiever zijn over het aantal verkochte woningen dan in het eerste kwartaal van het jaar.

Bijna de helft past woning aan

Het Woonbericht zoomt dit kwartaal in op de vijf jaar dat Nederlanders in groten getale gedeeltelijk thuiswerken en hoe dit de woonwensen beïnvloedt. Veel mensen ervaren voordelen van thuiswerken, zoals meer productiviteit, rust en minder reistijd. De meeste thuiswerkers zijn tevreden met hun thuiswerkplek (68%) en vinden hun woning nog passend (69%). Ze geven hun huis als thuiswerkplek een rapportcijfer van 7,6. Een op de vijf vindt het thuis zelfs comfortabeler werken dan op de eigenlijke werkplek van de werkgever. Bijna de helft van de mensen voor wie het huis meer is gaan betekenen, heeft zijn woning aangepast om het nog meer naar de zin te maken. In het bijzonder op het vlak van wooncomfort en thuisgevoel is de woning in de afgelopen vijf jaar veel belangrijker geworden. Zo is voor 73% het wooncomfort belangrijker geworden, waardeert 63% zijn woning meer en vindt eveneens 63% het belangrijker dat ze zich thuis voelen. Daarnaast vinden de ondervraagden wonen in een rustige omgeving en nabij natuur nu veel belangrijker dan in een stedelijke omgeving.

‘Andere eisen’

Bijna 50% van de thuiswerkers is de afgelopen vijf jaar méér gaan thuiswerken. En 17% is er in de afgelopen vijf jaar mee begonnen. De mensen die evenveel (30%) of minder thuiswerken (4%) dan vijf jaar geleden schrijven dat toe aan beperkingen vanuit hun werkgever. Daarnaast vormen de aanwezigheid van een eveneens thuiswerkende partner of huisgenoten en beperkingen van de woning, een belangrijke reden om niet meer of helemaal niet thuis te werken. Niet onbelangrijk: bijna 1 op de 5 die aangaf niet méér thuis te werken, kon dat niet omdat ze dat al op alle dagen doen.

Flikweert: “We hebben in die vijf jaar enorme stappen gemaakt in het thuiswerken. Dat maakt het eigen huis nog belangrijker omdat je er meer, maar ook anders je tijd besteedt. Daardoor stellen mensen ook andere eisen aan hun woning.”

Redenen om te verhuizen

Een opvallende keerzijde van het thuiswerken is dat voor 24% van de ondervraagden hun huis hierdoor meer als werkplek aanvoelt dan als thuis. Dit is sterker onder starters en doorstromers (koopwoningbezitters die van plan zijn om in de komende twee jaar te verhuizen) in vergelijking met koopwoningbezitters (zonder verhuisintentie). Een belangrijke reden om te verhuizen is de behoefte aan meer binnen- en buitenruimte. Voor 10% van de ondervraagden is een goede thuiswerkmogelijkheid één van de belangrijkste verhuisredenen. Wonen in de stad en de reistijd naar werk zijn juist voor een minderheid belangrijker geworden in de afgelopen vijf jaar. 37 % is bereid op grotere afstand te gaan werken als thuiswerken tot de mogelijkheden behoort.

Randstad versus provincie
Bijna de helft (47%) van de ondervraagden is bereid om te verhuizen naar een rustiger gebied, op voorwaarde dat werk of studie hen niet aan een vaste locatie bindt. Ongelimiteerd thuiswerken zou ertoe leiden dat sommigen hun zoekgebied verbreden, maar dit resulteert niet in een duidelijke verschuiving richting wonen buiten de Randstad. Maar 36% zou de nieuwe woning buiten hun huidige provincie zoeken. Familie en vrienden zijn belangrijke redenen om (toch) niet te verhuizen. Alleen Zeeland wint iets aan populariteit, maar verder blijven provinciale voorkeuren grotendeels gelijk.

Flikweert: “Beleid voeren om mensen buiten de drukke Randstad te laten wonen, heeft maar beperkt effect, omdat de meesten toch graag in hun eigen provincie blijven. Dat blijkt ook uit de behoefte om nabij familie en vrienden te (blijven) wonen. Gedeeltelijk thuiswerken biedt anderzijds wel de mogelijkheid om de straal waarbinnen men werkt te vergroten. Dus met goede mobiliteitsverbindingen en thuiswerkmogelijkheden is een werkgever die op veel grotere afstand is gevestigd ook acceptabel.”

Onderzoeksverantwoording
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van ING door DVJ Insights onder huurders en thuiswonenden die van plan zijn in de komende 2 jaar een koopwoning te kopen (starters) en onder eigenaren van een koopwoning. In totaal zijn 1173 personen ondervraagd, waarvan 720 koopwoningbezitters en 453 starters die van plan zijn in de komende 2 jaar een koopwoning te kopen. Het vertrouwen in de woningmarkt wordt berekend op basis van onderliggende vragen met betrekking tot de verwachtingen ten aanzien van de hypotheekrente, het aantal huizen dat verkocht wordt, de huizenprijzen en de eigen financiële situatie plus een vraag over de algemene economie in Nederland. Het onderzoek heeft plaatsgevonden tussen 16 en 27 april 2025.