Sparen voor kinderen begint zelfs vóór de geboorte

Nederlandse ouders zetten steeds vroeger geld opzij voor de toekomst van hun kinderen. Uit het ING Spaaronderzoek Kinderen blijkt dat maar liefst 85% van de ouders spaart voor hun kind. De meeste ouders openen direct na de geboorte een spaarrekening op naam van het kind. Daarnaast sparen ouders van jonge kinderen (0-7 jaar) vaker vóór of tijdens de zwangerschap voor hun kind dan ouders van oudere kinderen (8-17 jaar). Opa en oma sparen ook mee: een derde van de grootouders spaart voor het kleinkind.

Het onderzoek onder ruim 1000 ouders richt zich op de vraag hoe het spaargedrag van ouders en grootouders voor hun kinderen eruitziet. Wat opvalt aan de uitkomsten is dat de spaardoelen uiteenlopen. Ouders geven hun kroost graag een goede start als volwassene en willen toekomstige financiële stress voorkomen. Andere doelen zijn studiekosten en rijlessen. Maar ook een steuntje in de rug bij het kopen van een eerste woning wint gestaag terrein.

Toekomstig huis

Sparen voor de toekomstige woning van een kind doen vooral ouders van jonge kinderen. Van de ouders van kinderen in de leeftijdsgroep 0-3 jaar spaart 29% voor een toekomstig huis van hun kind, versus 17% van de ouders van kinderen in de leeftijdsgroep 12-17 jaar. Japke Kaastra, hoofd Financiële Gezondheid bij ING in Nederland: “De ouders van heel jonge kinderen zijn immers de starters van nu, en zij weten nog goed hoeveel moeite het hen kostte om een eigen woning te bemachtigen. Mogelijk willen zij ervoor zorgen dat hun eigen kind die moeite bespaard blijft. Op basis van deze ervaring weten zij dat iedere steun van ouders helpt. Dan helpt het om zelf alvast vroeg te beginnen met sparen.”

Niet iedereen kan of wil sparen

Tegenover het hoge percentage sparende ouders staat een minderheid die niet spaart voor hun kind. Deze 15% van de ondervraagden spaart om uiteenlopende redenen niet of niet meer. Vaak omdat ze het geld niet kunnen missen, of omdat ze door andere financiële verplichtingen zelf moeite hebben om te sparen. En weer anderen vinden het nu niet nodig om voor hun kind te sparen en zien liever dat het kind zelf leert sparen.

Generaties veranderen en het spaargedrag ook

Waar vroeger 57% van de ouders spaarde voor hun kind, is dat nu 85%. Ook de spaardoelen zijn veranderd: 55% van de ouders nu spaart voor een goede start, een opleiding (54%) of woning (22%). Een generatie terug spaarden 47% van de ouders voor een goede start, opleiding (30%) of een woning (13%). Daarnaast sparen ouders nu langer door dan vroeger: 40% van de ouder stopt met sparen wanneer het kind 18 jaar wordt – een daling ten opzichte van 55% een generatie geleden.

Financiële situatie bepaalt spaargedrag

De meerderheid van de ouders, 63%, is tevreden met het spaargedrag. Vier op de tien ouders zetten nu een ander – meestal hoger - bedrag opzij dan toen ze net begonnen met sparen. Veranderingen in inkomen, stijgende kosten van levensonderhoud en inflatie (46%) spelen hierbij een grote rol.

Bij stijgende kosten voor levensonderhoud sparen ouders meer, want de kinderen hebben meer nodig. Maar een deel spaart juist minder, want deze ouders hebben het geld zelf nu harder nodig. Marijn Janssen, directeur Dagelijkse Bankzaken bij ING in Nederland: “We zien aan de uitkomsten van het onderzoek dat ook geopolitieke ontwikkelingen het spaargedrag beïnvloeden. Maar meer nog maakt men zich zorgen over de inflatie, de hoge prijzen op de woningmarkt en onzekerheid op de arbeidsmarkt en verwachte studieschuld. Begrijpelijke zorgen, vooral in deze tijden. En dit gegeven maakt de gewoonte om iedere maand een beetje geld opzij te zetten voor deze en toekomstige generaties, des te urgenter.”

Beleggen in opkomst

Een groep ouders (32%) kiest ervoor om te beleggen voor hun kind, vaak met het oog op een hoger rendement op de lange termijn. Toch zijn er ook zorgen: gebrek aan kennis en mogelijke beleggingsrisico’s vormen voor veel ouders een drempel. Geopolitieke ontwikkelingen en beurskoersen hebben bovendien een grotere invloed op beleggingsbeslissingen dan op spaargedrag.

Financiële opvoeding werpt vruchten af

Kinderen zijn zelf ook actief bezig met geld, zo blijkt uit het onderzoek. Bijna de helft (47%) spaart zelf – vaak met een spaarpot of zakgeld – en twee derde van de ouders stimuleert dit actief. Kinderen sparen vooral voor speelgoed, games en telefoons. Opvallend: één op de vijf kinderen vanaf 8 jaar toont interesse in cryptovaluta.

Onderzoeksverantwoording

Het ING Spaaronderzoek Kinderen is uitgevoerd in opdracht van ING door DVJ Insights onder 1036 volwassenen met tenminste één kind onder de 18 jaar. De steekproeven zijn gewogen op regio, inkomen en gezinssamenstelling. Het onderzoek heeft plaatsgevonden tussen 18 en 28 april 2025.