ING Woonbericht: woonstress geeft woningnood een gezicht

Meer dan de helft van de mensen ervaart woonstress of ziet dit ontstaan in de omgeving, zo blijkt uit onderzoek van ING. Die stress treedt op als mensen met spoed een woning zoeken en er geen huisvesting beschikbaar is. Dit gebeurt vooral bij onverwachte situaties zoals een scheiding, financiële problemen of als er na de studie nieuwe woonruimte gezocht moet worden. Starters hebben er ook vaak mee te maken; bijna een kwart van deze groep moest al een keer uit noodzaak elders wonen of ving zelf iemand op. Als mensen hun huis of studentenwoning uit moeten, worden ze vaak opgevangen door ouders, familie of vrienden – waar men meestal ongeveer een half jaar verblijft. Het tijdelijke verblijf leidt dan vaak tot spanningen en zelfs tot uitstel van belangrijke levensbeslissingen. Ruimere mogelijkheden voor hospitaverhuur kunnen het woningaanbod vergroten en zo woonstress helpen verminderen.

Woonstress geeft woningnood een gezicht

Uit het Woonbericht van ING blijkt dat meer dan de helft van de respondenten (52%) woonstress ervaart, of dit ziet gebeuren in de directe omgeving. “Dit toont aan hoe wijdverbreid woonstress is. Het geeft de huidige woningnood een gezicht, want de impact is enorm – denk aan een echtscheiding waarbij je snel in je eigen buurt een nieuw huis moet vinden voor jou en je kinderen, in een veel te krappe markt. Dat is vrijwel onmogelijk. Dan moet je noodgedwongen terugvallen op ouders of vrienden”, zegt Wim Flikweert, Manager Wonen bij ING. 

Twee op de vijf mensen kennen iemand die zijn woning heeft moeten verlaten. In totaal heeft 14% van de ondervraagden zelf ooit bij een ander “ingewoond”, 6% heeft anderen tijdelijk onderdak geboden. Een ruime meerderheid kan zich voorstellen dat het hen zelf zou kunnen overkomen, vooral bij echtscheiding en plotselinge financiële problemen. Men valt dan het liefst terug op directe familie als ouders, broers en zussen.

Gebrek aan privacy maar ook overmatig gamen leiden tot spanning

Gelukkig zijn er mensen bereid woningzoekenden op te vangen, hoewel dat lastiger wordt als er kinderen bij zijn betrokken: één op de vijf neemt liever niet iemand in huis die kinderen heeft. Woningzoekenden vinden vaak onderdak bij familie en vrienden, die aangeven dat ze een paar maanden mogen blijven.

“Helaas leidt zo’n gedwongen logeerpartij ook tot stress want je deelt woonruimte. Zeker als het meer dan één persoon is die intrekt”, zegt Flikweert. Bij meer dan vier op de tien mensen leidt het tijdelijke verblijf tot spanningen door gebrek aan privacy, verschillende dag/nachtritmes of het naleven van andere leefgewoontes. Ook spanningen over het energieverbruik, niet meehelpen in de huishouding en overmatig gamen kunnen een negatieve rol spelen. Van de mensen die bij een ander inwoonden of zelf iemand opvingen, stelt 72% levensbeslissingen – zoals kinderen krijgen – uit. Ook het sociale leven lijdt er vaak onder. Drie op de tien geeft daarnaast aan dat ze uitzien naar het “empty nest” leven en dat nu noodgedwongen moet uitstellen.

Beter benutten huidige woningvoorraad kan uitkomst bieden

De respondenten  verwachten dat het bouwen van extra huizen woonstress zou kunnen verminderen. Hospitaverhuur, waarbij een deel van de woning wordt verhuurd, heeft als een oplossing voor de woningnood ook een breed draagvlak: 25% ziet daar wat in. En één op de drie die de mogelijkheid heeft is daartoe ook bereid. Vooral voor studenten en starters ziet men dit als een passende oplossing. Flikweert: ”Het gaat om extra woonruimte, dus zowel bouwen als beter benutten van bestaande woonruimte is logisch. Vooral ruimere mogelijkheden voor hospitaverhuur, waarbij je een deel van je woning verhuurt, zouden helpen. Maatregelen aan de vraagkant, zoals startersregelingen, zijn goed bedoeld, maar verhelpen de schaarste niet.”

Woonindex: lichte stijging van het sentiment door verbeterde eigen financiële situatie

De Woonindex stijgt licht van 106 naar 108, wat duidt op aanhoudend vertrouwen in de woningmarkt. Met name het verbeteren van de eigen financiële situatie draagt bij aan dit vertrouwen. Het sentiment over de ‘hypotheekrente’ is daarentegen gedaald. Respondenten verwachten daar een stijging. Vooral de koopwoningbezitters zonder verhuisintentie hebben meer vertrouwen gekregen in de woningmarkt.